Informatie over het woord half (Nederlands → Esperanto: duona)

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/ɦɑlᵊf/
Afbrekinghalf

Verbuiging

Predicatief
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvoudhalve
Onzijdig enkelvoudhalf
Meervoudhalve
Bepaaldhalve
Partitiefhalfs

Voorbeelden van gebruik

Ditkeer bleef hij bijna een half uur weg.
Deze eik, waarbij zij zich verzameld hadden, stond op een open plek, nog geen halve mijl van het verwoeste kasteel Torquilstone verwijderd.
Als ik nog een halve stuiver over had, dan zat ik nou al in de kroeg.
Veel wijken van de hoofdstad Bamako moesten het al halve dagen zonder elektriciteit stellen.

Vertalingen

Duitshalb
Engelshalf
Engels (Oudengels)healf
Esperantoduona
Fransdemi
Hongaarsfélig
IJslandshálfur
Italiaansmezzo
Nederduitshalv
Noorshalv
Papiamentsmitá; mitar
Portugeesmeio
Saterfrieshoolich
Schots-Gaelischleth
Spaansmedio
Srananafu
Tsjechischpůl; napolo; poloviční; polovina; zpola
Westerlauwers Friesheal
Zweedshalv