Informatie over het woord oever (Nederlands → Esperanto: bordo)

Synoniemen: boord, kant, wal, waterkant

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈuvər/
Afbrekingoe·ver
Geslachtmanlijk
Meervoudoevers

Voorbeelden van gebruik

Bij de oever was een gedrongen mannetje bezig de modder om te spitten.
In het midden en oosten van het land traden beken buiten hun oevers.
Zij droegen de gedode naar de oever van het meer en begroeven hem daar.
Heeg ligt een kleine tien kilometer ten zuiden van Sneek aan de noordelijke oever van het Heegermeer.

Vertalingen

Afrikaanswal
Catalaansriba; ribera; vora
Deensbred
DuitsGestade; Ufer; Rand
Engelsbank; shore
Engels (Oudengels)ofer
Esperantobordo
Faeröersstrond
Finsranta
Fransbord; côte; rive
Hongaarspart
Italiaansbordo
Latijnlimbus
Papiamentskanto; kantu
Poolsbrzeg
Portugeesborda; margem
Russischберег
SaterfriesKuste; Ouger; Strand
Schots-Gaelischcladach
Spaansorilla
Sranansyoro; watrasey
Thaisฝั่ง
Tsjechischbřeh; pobřeží
Westerlauwers Friesigge; wâl
Zweedsstrand