Informatie over het woord toestoppen (Nederlands → Esperanto: ŝtopi)

Synoniemen: dichten, dichtmaken, dichtstoppen, stoppen, verstoppen, volstoppen

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) stop toe(ik) stopte toe
(jij) stopt toe(jij) stopte toe
(hij) stopt toe(hij) stopte toe
(wij) stoppen toe(wij) stopten toe
(jullie) stoppen toe(jullie) stopten toe
(gij) stopt toe(gij) stoptet toe
(zij) stoppen toe(zij) stopten toe
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) toestoppe(dat ik) toestopte
(dat jij) toestoppe(dat jij) toestopte
(dat hij) toestoppe(dat hij) toestopte
(dat wij) toestoppen(dat wij) toestopten
(dat jullie) toestoppen(dat jullie) toestopten
(dat gij) toestoppet(dat gij) toestoptet
(dat zij) toestoppen(dat zij) toestopten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
stop toestopt toe
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
toestoppend, toestoppende(hebben) toegestopt

Vertalingen

Catalaansatapeir; obstruir; sargir; tapar
Duitspfropfen; stopfen; verstopfen; zustopfen
Engelsstop up; stop
Esperantoŝtopi
Faeröerstippa
Fransboucher; raccommoder
Portugeesarrolhar; obstruir; obturar; tampar; tapar
Saterfriesferstopje; knuusje; propje; propje; prousje; stopje; toustopje
Spaansobturar; tapar
Tsjechischucpat; zacpat