Informatie over het woord rondsluipen (Nederlands → Esperanto: ŝtelvagi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈrɔntslœy̯̯pə(n)/
Afbrekingrond·slui·pen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) sluip rond(ik) sloop rond
(jij) sluipt rond(jij) sloop rond
(hij) sluipt rond(hij) sloop rond
(wij) sluipen rond(wij) slopen rond
(jullie) sluipen rond(jullie) slopen rond
(gij) sluipt rond(gij) sloopt rond
(zij) sluipen rond(zij) slopen rond
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) rondsluipe(dat ik) rondslope
(dat jij) rondsluipe(dat jij) rondslope
(dat hij) rondsluipe(dat hij) rondslope
(dat wij) rondsluipen(dat wij) rondslopen
(dat jullie) rondsluipen(dat jullie) rondslopen
(dat gij) rondsluipet(dat gij) rondslopet
(dat zij) rondsluipen(dat zij) rondslopen
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
sluip rondsluipt rond
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
rondsluipend, rondsluipende(hebben) rondgeslopen

Voorbeelden van gebruik

Wij zouden willen weten of u misschien een of ander verdacht individu hebt zien rondsluipen hier in de omgeving.

Vertalingen

Esperantoŝtelvagi