Informatie over het woord verschrompelen (Nederlands → Esperanto: ŝrumpi)

Synoniemen: ineenschrompelen, slinken

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vərsxrɔmpələ(n)/
Afbrekingver·schrom·pe·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) verschrompel(ik) verschrompelde
(jij) verschrompelt(jij) verschrompelde
(hij) verschrompelt(hij) verschrompelde
(wij) verschrompelen(wij) verschrompelden
(jullie) verschrompelen(jullie) verschrompelden
(gij) verschrompelt(gij) verschrompeldet
(zij) verschrompelen(zij) verschrompelden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) verschrompele(dat ik) verschrompelde
(dat jij) verschrompele(dat jij) verschrompelde
(dat hij) verschrompele(dat hij) verschrompelde
(dat wij) verschrompelen(dat wij) verschrompelden
(dat jullie) verschrompelen(dat jullie) verschrompelden
(dat gij) verschrompelet(dat gij) verschrompeldet
(dat zij) verschrompelen(dat zij) verschrompelden
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
verschrompelend, verschrompelende(zijn) verschrompeld

Voorbeelden van gebruik

Iets hing op de zetel van de schitterende troon… de verschrompelde mummie van een lang geleden gestorven koning?

Vertalingen

Engelsshrink; shrivel up; shrivel
Esperantoŝrumpi
Faeröerskrympast saman; tódna
Fransse racornir; se ratatiner
Portugeesencarquilhar‐se; engelhar; enrugar‐se
Spaansabarquillarse; arrugarse; cuartearse; encogerse