Informatie over het woord schuimen (Nederlands → Esperanto: ŝaŭmi)

Synoniemen: bruisen, tintelen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈsxœy̯mə(n)/
Afbrekingschuimen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(hij) schuimt(hij) schuimde
(zij) schuimen(zij) schuimden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat hij) schuime(dat hij) schuimde
(dat zij) schuimen(dat zij) schuimden
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
schuimend, schuimende(hebben) geschuimd

Voorbeelden van gebruik

De open zee golfde en schuimde nog steeds, maar binnen de baai stierf de branding weg en eindigde op het strand in nijdige golfjes.

Vertalingen

Deensskumme
Duitsschäumen
Engelsfoam; froth
Esperantoŝaŭmi
Papiamentsskuma
Portugeesescumar; espumejar
Saterfriesskuumje
Spaansespumar
Tsjechischpěnit
Westerlauwers Friesskomje