Informo pri la vorto raken (nederlanda → esperanto: trafi)

Sinonimoj: halen, treffen

Vortspecoverbo
Prononco/ˈrakə(n)/
Dividora·ken

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) raak(ik) raakte
(jij) raakt(jij) raakte
(hij) raakt(hij) raakte
(wij) raken(wij) raakten
(jullie) raken(jullie) raakten
(gij) raakt(gij) raaktet
(zij) raken(zij) raakten
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) rake(dat ik) raakte
(dat jij) rake(dat jij) raakte
(dat hij) rake(dat hij) raakte
(dat wij) raken(dat wij) raakten
(dat jullie) raken(dat jullie) raakten
(dat gij) raket(dat gij) raaktet
(dat zij) raken(dat zij) raakten
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
raakraakt
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
rakend, rakende(hebben) geraakt

Uzekzemploj

Tegen dat Castanelli de reling had bereikt, was ik al te ver van het schip verwijderd dan dat hij me nog raken kon.
Ze hebben de opslagplaats geraakt.

Tradukoj

afrikansotref
anglacatch; hit; strike
ĉeĥatrefit; zasáhnout
esperantotrafi
feroaraka; ráma
francaatteindre; frapper; parvenir; saisir
germanatreffen
hispanaacertar; dar con; dar en
italacolpire
katalunacaure; encertar; endevinar; ensopegar
malajamemukul; pukul
okcidenta frizonatreffe
papiamentoraka
polatrafić
portugalaacertar; atingir; dar no alvo
rusaбить; ударить
saterlanda frizonamäite; roakje; träffe