Informatie over het woord omkrijgen (Nederlands → Esperanto: sukcesi renversi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɔmkrɛɪɣə(n)/
Afbrekingom·krij·gen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) krijg om(ik) kreeg om
(jij) krijgt om(jij) kreeg om
(hij) krijgt om(hij) kreeg om
(wij) krijgen om(wij) kregen om
(jullie) krijgen om(jullie) kregen om
(gij) krijgt om(gij) kreegt om
(zij) krijgen om(zij) kregen om
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) omkrijge(dat ik) omkrege
(dat jij) omkrijge(dat jij) omkrege
(dat hij) omkrijge(dat hij) omkrege
(dat wij) omkrijgen(dat wij) omkregen
(dat jullie) omkrijgen(dat jullie) omkregen
(dat gij) omkrijget(dat gij) omkreget
(dat zij) omkrijgen(dat zij) omkregen
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
omkrijgend, omkrijgende(hebben) omgekregen

Vertalingen

Esperantosukcesi renversi