Informo pri la vorto neerzetten (nederlanda → esperanto: starigi)

Sinonimoj: oprichten, opslaan, overeind zetten, stellen, zetten

Vortspecoverbo
Prononco/ˈnerzɛtə(n)/
Dividoneer·zet·ten

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) zet neer(ik) zette neer
(jij) zet neer(jij) zette neer
(hij) zet neer(hij) zette neer
(wij) zetten neer(wij) zetten neer
(jullie) zetten neer(jullie) zetten neer
(gij) zet neer(gij) zettet neer
(zij) zetten neer(zij) zetten neer
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) neerzette(dat ik) neerzette
(dat jij) neerzette(dat jij) neerzette
(dat hij) neerzette(dat hij) neerzette
(dat wij) neerzetten(dat wij) neerzetten
(dat jullie) neerzetten(dat jullie) neerzetten
(dat gij) neerzettet(dat gij) neerzettet
(dat zij) neerzetten(dat zij) neerzetten
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
zet neerzet neer
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
neerzettend, neerzettende(hebben) neergezet

Uzekzemploj

Hij zette zijn glas neer en veegde zijn mond af met de rug van zijn hand.
Nieuwe kaarsen werden neergezet.
Waarom denk je dat we die borden neerzetten?
Ik zette de foto neer zoals ik hem had aangetroffen en keek naar andere dingen.
Er werd een nieuwe schietschijf neergezet.

Tradukoj

afrikansoneersit
anglastand; set down
esperantostarigi
feroareisa upp; seta upp
finnapystyttää
germanaaufrichten; aufschlagen; gründen; herstellen; zurichten; aufstellen
hispanaerguir; erigir; estatuir; levantar
katalunaaixecar; emplaçar; erigir; instituir
luksemburgiaopriichten
malajamembangunkan
polapostawić
portugalaarvorar; erguer; erigir; estabelecer; fundar; levantar; pôr de pé