Informatie over het woord bridi

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingbrid·i

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdbridas
Verleden tijdbridis
Toekomende tijdbridos
 
Voorwaardelijke wijs
bridus
 
Gebiedende wijs
bridu

 Deelwoorden
 Actieve deelwoordenPassieve deelwoorden
Tegenwoordige tijdbridantabridata
Verleden tijdbridintabridita
Toekomende tijdbridontabridota

Vertalingen

Duitszügeln; zäumen; aufzäumen; im Zaume halten; bändigen; bezähmen; im Zaum halten
Engelsbridle; check; restrain; control; curb; inhibit; rein in; contain
Faeröersbinda; tjóðra
Fransréprimer; retenir
Nederlandsbedwingen; beteugelen; betomen; intomen; in toom houden; in de hand houden
Portugeesentravar; frear; moderar; pôr freio em; serenar
Saterfriesaptäilje; aptoomje; töögelje
Spaanscontener; refrenar; reprimir
Westerlauwers Friesbetwinge