Informatie over het woord rectificeren (Nederlands → Esperanto: reĝustigi)

Synoniemen: bijstellen, rechtzetten, verbeteren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/rɛktifiˈserə(n)/
Afbrekingrec·ti·fi·ce·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) rectificeer(ik) rectificeerde
(jij) rectificeert(jij) rectificeerde
(hij) rectificeert(hij) rectificeerde
(wij) rectificeren(wij) rectificeerden
(jullie) rectificeren(jullie) rectificeerden
(gij) rectificeert(gij) rectificeerdet
(zij) rectificeren(zij) rectificeerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) rectificere(dat ik) rectificeerde
(dat jij) rectificere(dat jij) rectificeerde
(dat hij) rectificere(dat hij) rectificeerde
(dat wij) rectificeren(dat wij) rectificeerden
(dat jullie) rectificeren(dat jullie) rectificeerden
(dat gij) rectificeret(dat gij) rectificeerdet
(dat zij) rectificeren(dat zij) rectificeerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
rectificeerrectificeert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
rectificerend, rectificerende(hebben) gerectificeerd

Vertalingen

Duitswieder richtig einstellen
Engelsadjust; redress; set aright
Esperantoreĝustigi
Fransrectifier
Spaansajustar