Synoniem: inlossen
Woordsoort | werkwoord |
---|---|
Uitspraak | /təˈrɵxkopə(n)/ |
Afbreking | te·rug·ko·pen |
Aantonende wijs | |
---|---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(ik) koop terug | (ik) kocht terug |
(jij) koopt terug | (jij) kocht terug |
(hij) koopt terug | (hij) kocht terug |
(wij) kopen terug | (wij) kochten terug |
(jullie) kopen terug | (jullie) kochten terug |
(gij) koopt terug | (gij) kocht terug |
(zij) kopen terug | (zij) kochten terug |
Aanvoegende wijs | |
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(dat ik) terugkope | (dat ik) terugkochte |
(dat jij) terugkope | (dat jij) terugkochte |
(dat hij) terugkope | (dat hij) terugkochte |
(dat wij) terugkopen | (dat wij) terugkochten |
(dat jullie) terugkopen | (dat jullie) terugkochten |
(dat gij) terugkopet | (dat gij) terugkochtet |
(dat zij) terugkopen | (dat zij) terugkochten |
Gebiedende wijs | |
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
koop terug | koopt terug |
Deelwoorden | |
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
terugkopend, terugkopende | (hebben) teruggekocht |
Duits | zurückkaufen |
---|---|
Esperanto | reaĉeti |
Frans | racheter; recheter |