Informatie over het woord reageren (Nederlands → Esperanto: reagi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/rejaˈɣeːrə(n)/
Afbrekingre·a·ge·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) reageer(ik) reageerde
(jij) reageert(jij) reageerde
(hij) reageert(hij) reageerde
(wij) reageren(wij) reageerden
(jullie) reageren(jullie) reageerden
(gij) reageert(gij) reageerdet
(zij) reageren(zij) reageerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) reagere(dat ik) reageerde
(dat jij) reagere(dat jij) reageerde
(dat hij) reagere(dat hij) reageerde
(dat wij) reageren(dat wij) reageerden
(dat jullie) reageren(dat jullie) reageerden
(dat gij) reageret(dat gij) reageerdet
(dat zij) reageren(dat zij) reageerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
reageerreageert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
reagerend, reagerende(hebben) gereageerd

Voorbeelden van gebruik

Lycon reageerde onmiddellijk.
Johnson krijgt twee maanden de tijd om te reageren.
Cugel achtte het beneden zijn waardigheid daarop te reageren.
De koning heeft gunstig gereageerd op uw bericht.
Hoe reageerde Van Ravenstein?

Vertalingen

Afrikaansreageer
Catalaansreaccionar
Deensreagere
Duitsreagieren; rückwirken; eine Reaktion zeigen; eingehen; ansprechen
Engelsreact; respond
Esperantoreagi
Fransréagir
IJslandsbregðast við
Italiaansreagire
Nederduitsreageren
Papiamentsreakshoná
Portugeesreagir
Spaansreaccionar