Informatie over het woord bear (Engels → Esperanto: suferi)

Synoniemen: endure, put up with, suffer, sustain, ail

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bɛə̯̯*/
Afbrekingbear
Shaw‐alfabet𐑚𐑺

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) bear(I) bore
(thou) bearest(thou) borest
(he) bears, beareth(he) bore
(we) bear(we) bore
(you) bear(you) bore
(they) bear(they) bore
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) bear (I) bore
(thou) bear(thou) bore
(he) bear(he) bore
(we) bear(we) bore
(you) bear(you) bore
(they) bear(they) bore
Gebiedende wijs
bear
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
bearingborne

Voorbeelden van gebruik

I can’t bear to watch.

Vertalingen

Afrikaansly
Catalaanssofrir
Deensgennemgå
Duitsaushalten; ertragen
Esperantosuferi
Faeröerslíða
Finskärsiä
Fransendurer; souffrir; subir
IJslandsþola
Latijnpatiri
Maleisderita … menderita
Nederduitslyden
Nederlandslijden; uitstaan
Papiamentssufri
Poolscierpieć
Portugeesaturar; suportar
Saterfriesduldje; ferdreege; liede; uuthoolde
Spaanspadecer; sufrir
Srananpina
Thaisต้อง; ทาน
Tsjechischsnášet; trpět; utrpět
Turksazap çekmek
Westerlauwers Frieslije
Zweedslida