Synoniemen: beschermen, bewaren, dekken, protegeren, sauveren
Woordsoort | werkwoord |
---|
Uitspraak | /bəˈɦudə(n)/ |
---|
Afbreking | be·hoe·den |
---|
Vervoeging
Aantonende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(ik) behoed | (ik) behoedde |
(jij) behoedt | (jij) behoedde |
(hij) behoedt | (hij) behoedde |
(wij) behoeden | (wij) behoedden |
(jullie) behoeden | (jullie) behoedden |
(gij) behoedt | (gij) behoeddet |
(zij) behoeden | (zij) behoedden |
Aanvoegende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(dat ik) behoede | (dat ik) behoedde |
(dat jij) behoede | (dat jij) behoedde |
(dat hij) behoede | (dat hij) behoedde |
(dat wij) behoeden | (dat wij) behoedden |
(dat jullie) behoeden | (dat jullie) behoedden |
(dat gij) behoedet | (dat gij) behoeddet |
(dat zij) behoeden | (dat zij) behoedden |
Gebiedende wijs |
---|
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
---|
behoed | behoedt |
Deelwoorden |
---|
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
---|
behoedend, behoedende | (hebben) behoed |
Mochten we inderdaad Bunderwal in dienst nemen als onderklerk, dan stel ik voor dat alle sloten worden verstevigd om uw kostbaarheden beter te behoeden.
Dank je dat je mijn tent voor inzakken hebt behoed.