Informatie over het woord stimmen (Duits → Esperanto: esti ĝusta)

Uitspraak/ˈʃtɪmən/
Afbrekingstim·men
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(er) stimmt(er) stimmte
(sie) stimmen(sie) stimmten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(er) stimme(er) stimmte
(sie) stimmen(sie) stimmten
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
stimmend(haben) gestimmt

Voorbeelden van gebruik

Wenn ich sage, daß ich die Musik hörte, so stimmt das nicht ganz.
Aber er wußte, daß sie stimmte.

Vertalingen

Engelsbe right
Esperantoesti ĝusta
Nederlandsjuist zijn; kloppen
Westerlauwers Friesklopje