Informatie over het woord naogen (Nederlands → Esperanto: postrigardi)

Synoniem: nakijken

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈnaoɣə(n)/
Afbrekingna·ogen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) oog na(ik) oogde na
(jij) oogt na(jij) oogde na
(hij) oogt na(hij) oogde na
(wij) ogen na(wij) oogden na
(jullie) ogen na(jullie) oogden na
(gij) oogt na(gij) oogdet na
(zij) ogen na(zij) oogden na
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) naoge(dat ik) naoogde
(dat jij) naoge(dat jij) naoogde
(dat hij) naoge(dat hij) naoogde
(dat wij) naogen(dat wij) naoogden
(dat jullie) naogen(dat jullie) naoogden
(dat gij) naoget(dat gij) naoogdet
(dat zij) naogen(dat zij) naoogden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
oog naoogt na
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
naogend, naogende(hebben) naoogde

Voorbeelden van gebruik

Verbaasd oogde hij de heren na en daarop wendde hij zich tot de ambtenaar eerste klasse Dorknoper die op de stoep stond.
„Hm”, zei Tom Poes, het groepje naogend.
„Hij weet wie Cornelli heeft doodgeschoten”, zei Biggles terwijl hij hem naoogde.

Vertalingen

Engelsfollow up with one’s eyes; look after
Esperantopostrigardi