Informatie over het woord beknellen (Nederlands → Esperanto: pinĉegi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bəˈknɛlə(n)/
Afbrekingbe·knel·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(hij) beknelt(hij) beknelde
(zij) beknellen(zij) beknelden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat hij) beknelle(dat hij) beknelde
(dat zij) beknellen(dat zij) beknelden
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
beknellend, beknellende(hebben) bekneld

Vertalingen

Engelspinch
Esperantopinĉegi