Informatie over het woord verbeuren (Nederlands → Esperanto: perdi)

Synoniemen: kwijtraken, verliezen

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) verbeur(ik) verbeurde
(jij) verbeurt(jij) verbeurde
(hij) verbeurt(hij) verbeurde
(wij) verbeuren(wij) verbeurden
(jullie) verbeuren(jullie) verbeurden
(gij) verbeurt(gij) verbeurdet
(zij) verbeuren(zij) verbeurden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) verbeure(dat ik) verbeurde
(dat jij) verbeure(dat jij) verbeurde
(dat hij) verbeure(dat hij) verbeurde
(dat wij) verbeuren(dat wij) verbeurden
(dat jullie) verbeuren(dat jullie) verbeurden
(dat gij) verbeuret(dat gij) verbeurdet
(dat zij) verbeuren(dat zij) verbeurden
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
verbeurend, verbeurende(hebben) verbeurd

Vertalingen

Afrikaansverloor
Albaneeshumb
Catalaansperdre
Duitsverlieren
Engelslose
Engels (Oudengels)forleosan; leosan
Esperantoperdi
Faeröersmissa
Finskadottaa
Fransperdre
Italiaansperdere
Jamaicaans Creoolslaas
Papiamentsperdè
Poolsgubić; tracić
Portugeesperder
Roemeenspierde
Russischпотерять; терять
Saterfriesferljoose
Schots-Gaelischcaill
Spaansperder
Srananlasi
Thaisหาย; เสี่ย
Tsjechischprodělat; prohrát; ztrácet; ztratit
Turkskaybetmek
Westerlauwers Friesferlieze; weislepe
Zweedsförlora; mista