Informatie over het woord ĝeni

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingĝen·i

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdĝenas
Verleden tijdĝenis
Toekomende tijdĝenos
 
Voorwaardelijke wijs
ĝenus
 
Gebiedende wijs
ĝenu

 Deelwoorden
 Actieve deelwoordenPassieve deelwoorden
Tegenwoordige tijdĝenantaĝenata
Verleden tijdĝenintaĝenita
Toekomende tijdĝenontaĝenota

Vertalingen

Catalaansamoïnar; empipar; emprenyar; fer la guitza; importunar
Deenshindre; forstyrre
Duitsbeengen; behindern; belästigen; genieren; lästig werden
Engelsdisturb; hinder; trouble; annoy; encumber; hassle; irritate; inconvenience; hamper
Faeröersórógva
Finsvaivata
Fransdéranger; gêner
Italiaansdisturbare
Nederlandsbelemmeren; dwars zitten; hinderen; derangeren
Poolskrępować; przeszkadzać
Portugeesimportunar; incomodar; molestar
Roemeensderanja; incomoda; indispune
Saterfriesäängje; behinderje; lastich wäide; piesakje; skenierje; stööre
Spaansdificultar; estorbar; molestar; perturbar
Srananmoferi
Tsjechischnarušovat; porušit; rušit; vyrušovat
Turksaksatmak