Informatie over het woord opdrijven (Nederlands → Esperanto: antaŭenpeli)

Synoniemen: aanjagen, voortdrijven

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɔbdrɛi̯və(n)/
Afbrekingop·drij·ven

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) drijf op(ik) dreef op
(jij) drijft op(jij) dreef op
(hij) drijft op(hij) dreef op
(wij) drijven op(wij) dreven op
(jullie) drijven op(jullie) dreven op
(gij) drijft op(gij) dreeft op
(zij) drijven op(zij) dreven op
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) opdrijve(dat ik) opdreve
(dat jij) opdrijve(dat jij) opdreve
(dat hij) opdrijve(dat hij) opdreve
(dat wij) opdrijven(dat wij) opdreven
(dat jullie) opdrijven(dat jullie) opdreven
(dat gij) opdrijvet(dat gij) opdrevet
(dat zij) opdrijven(dat zij) opdreven
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
drijf opdrijft op
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
opdrijvend, opdrijvende(hebben) opgedreven

Vertalingen

Esperantoantaŭenpeli