Informatie over het woord voortbewegen (Nederlands → Esperanto: antaŭenmovi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈvoːrdbəʋeɣə(n)/
Afbrekingvoort·be·we·gen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) beweeg voort(ik) bewoog voort
(jij) beweegt voort(jij) bewoog voort
(hij) beweegt voort(hij) bewoog voort
(wij) bewegen voort(wij) bewogen voort
(jullie) bewegen voort(jullie) bewogen voort
(gij) beweegt voort(gij) bewoogt voort
(zij) bewegen voort(zij) bewogen voort
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) voortbewege(dat ik) voortbewoge
(dat jij) voortbewege(dat jij) voortbewoge
(dat hij) voortbewege(dat hij) voortbewoge
(dat wij) voortbewegen(dat wij) voortbewogen
(dat jullie) voortbewegen(dat jullie) voortbewogen
(dat gij) voortbeweget(dat gij) voortbewoget
(dat zij) voortbewegen(dat zij) voortbewogen
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
beweeg voortbeweegt voort
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
voortbewegend, voortbewegende(hebben) voortbewogen

Voorbeelden van gebruik

Niet langer wordt een heer in een draagstoel voortbewogen door het gewone volk.
Sommige werden door motoren voortbewogen, andere door een gedrongen grauw gedierte dat een en al oog en snuit leek.

Vertalingen

Engelsadvance
Esperantoantaŭenmovi