Informo pri la vorto misschieten (nederlanda → esperanto: pafi maltrafe)

Vortspecoverbo
Prononco/ˈmɪsxitə(n)/
Dividomis·schie·ten

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) schiet mis(ik) schoot mis
(jij) schiet mis(jij) schoot mis
(hij) schiet mis(hij) schoot mis
(wij) schieten mis(wij) schoten mis
(jullie) schieten mis(jullie) schoten mis
(gij) schiet mis(gij) schoot mis
(zij) schieten mis(zij) schoten mis
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) misschiete(dat ik) misschote
(dat jij) misschiete(dat jij) misschote
(dat hij) misschiete(dat hij) misschote
(dat wij) misschieten(dat wij) misschoten
(dat jullie) misschieten(dat jullie) misschoten
(dat gij) misschietet(dat gij) misschotet
(dat zij) misschieten(dat zij) misschoten
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
schiet misschiet mis
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
misschietend, misschietende(hebben) misgeschoten

Tradukoj

esperantopafi maltrafe