Informo pri la vorto bekleden (nederlanda → esperanto: okupi)

Sinonimoj: beslaan, bezetten, in beslag nemen, innemen

Vortspecoverbo
Prononco/bəˈkledə(n)/
Dividobe·kle·den

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) bekleed(ik) bekleedde
(jij) bekleedt(jij) bekleedde
(hij) bekleedt(hij) bekleedde
(wij) bekleden(wij) bekleedden
(jullie) bekleden(jullie) bekleedden
(gij) bekleedt(gij) bekleeddet
(zij) bekleden(zij) bekleedden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) beklede(dat ik) bekleedde
(dat jij) beklede(dat jij) bekleedde
(dat hij) beklede(dat hij) bekleedde
(dat wij) bekleden(dat wij) bekleedden
(dat jullie) bekleden(dat jullie) bekleedden
(dat gij) bekledet(dat gij) bekleeddet
(dat zij) bekleden(dat zij) bekleedden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
bekleedbekleedt
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
bekledend, bekledende(hebben) bekleed

Uzekzemploj

Hij bekleedde verschillende min of meer officiële functies.

Tradukoj

afrikansobeslaan; beklee
anglaoccupy; fill; hold
angla (malnovangla)abysgian
esperantookupi
finnavarata
francaoccuper
germanabekleiden; besetzen; einnehmen; in Anspruch nehmen
hispanadesempeñar; ocupar
hungaraelfolglal
italaoccupare
katalunaocupar
norvegabesette
okcidenta frizonabesette
papiamentookupá; tuma
polazajmować
portugalaencher; ocupar; preencher
saterlanda frizonabekloodje; besätte; in Anspruch nieme