Informatie over het woord apple (Engels → Esperanto: pomo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈæpl/
Afbrekingap·ple
Shaw‐alfabet𐑨𐑐𐑩𐑤
Deseret‐alfabet𐐰𐐹𐑊
Meervoudapples

Voorbeelden van gebruik

Mexico’s economy ministry said it was planning new duties for steel, pork, apples, grapes, blueberries and cheese.
Tom’s mouth watered for the apple, but he stuck to his work.

Vertalingen

Afrikaansappel
Albaneesmollë
Catalaanspoma
Chinook-jargonlipum
Deensæble
DuitsApfel
Engels (Oudengels)æppel
Esperantopomo
Faeröerssúrepli
Finsomena
Franspomme
Grieksμήλο
Hongaarsalma
IJslandsepli
Italiaansmela
Jamaicaans Creoolsapl
Jiddischעפּל
Latijnpomum
LuxemburgsApel
Maleisapel; buah epal
Nederduitsappel
Nederlandsáppel
Noorseple
Papiamentsapel; aplo
Poolsjabłko
Portugeesmaçã
Roemeensmăr
Russischяблоко
SaterfriesAppel
Schotsaiple
Schots-Gaelischubhal
Spaansmanzana
Srananapra
Swahilitofaa
Thaisแอปเปิล; แอ๊ปเปิ้ล
Tsjechischjablko
Turkselma
Welsafal
Westerlauwers Friesapel
Zweedsäpple