Informatie over het woord bespotten (Nederlands → Esperanto: moki)

Synoniemen: de draak steken met, honen, spotten, sneren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bəˈspɔtə(n)/
Afbrekingbe·spot·ten

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) bespot(ik) bespotte
(jij) bespot(jij) bespotte
(hij) bespot(hij) bespotte
(wij) bespotten(wij) bespotten
(jullie) bespotten(jullie) bespotten
(gij) bespot(gij) bespottet
(zij) bespotten(zij) bespotten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) bespotte(dat ik) bespotte
(dat jij) bespotte(dat jij) bespotte
(dat hij) bespotte(dat hij) bespotte
(dat wij) bespotten(dat wij) bespotten
(dat jullie) bespotten(dat jullie) bespotten
(dat gij) bespottet(dat gij) bespottet
(dat zij) bespotten(dat zij) bespotten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
bespotbespot
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
bespottend, bespottende(hebben) bespot

Vertalingen

Esperantomoki