Informatie over het woord scare (Engels → Esperanto: timigi)

Synoniemen: frighten, alarm, chill, intimidate, startle, affright, daunt

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/skɛə̯̯*/
Afbrekingscare
Shaw‐alfabet𐑕𐑒𐑺

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) scare(I) scared
(thou) scarest(thou) scaredst
(he) scares, scareth(he) scared
(we) scare(we) scared
(you) scare(you) scared
(they) scare(they) scared
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) scare (I) scared
(thou) scare(thou) scared
(he) scare(he) scared
(we) scare(we) scared
(you) scare(you) scared
(they) scare(they) scared
Gebiedende wijs
scare
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
scaringscared

Voorbeelden van gebruik

They scare me, too.

Vertalingen

Deensforskrække
Duitsabschrecken; ängstigen; einschüchtern; verscheuchen
Engels (Oudengels)afæran
Esperantotimigi; timigadi
Faeröersræða
Fransredouter
Jamaicaans Creoolsfraitn
Nederlandsbang maken; verschrikken
Portugeesamedrontar
Roemeenssperia
Saterfriesferfiere; ouschräkke; ouskräkke
Schotsfrichten; fley