Informatie over het woord zomertaling (Nederlands → Esperanto: marĉanaso)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈzomərtalɪŋ/
Afbrekingzo·mer·ta·ling

Vertalingen

Catalaansroncadell; xarrasclet
Deensatlingand
DuitsKnäkente
Engelsgarganey
Esperantomarĉanaso; kerkedulo
Faeröersteymont
Finsheinätavi
Franssarcelle d’été
Hongaarsböjti réce
IJslandstaumönd
Italiaansmarzaiola
Maleisitik alis‐putih; itik jurai
Noorsknekkand
Poolscyranka; cyranka zwyczajna
Portugeesmarreco
Roemeensrața cârâitoare
Russischчирок‐трескунок
Spaanscerceta; cerceta carretona
Tsjechischčírka modrá
Turksçıkrıkçın
Welshwyaden addfain
Westerlauwers Friesskiertsjilling
Zweedsårta