Informatie over het woord gebruiken (Nederlands → Esperanto: manĝi)

Synoniemen: bikken, eten, maaltijden, nuttigen, vreten

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɣəˈbrœy̯kə(n)/
Afbrekingge·brui·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) gebruik(ik) gebruikte
(jij) gebruikt(jij) gebruikte
(hij) gebruikt(hij) gebruikte
(wij) gebruiken(wij) gebruikten
(jullie) gebruiken(jullie) gebruikten
(gij) gebruikt(gij) gebruiktet
(zij) gebruiken(zij) gebruikten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) gebruike(dat ik) gebruikte
(dat jij) gebruike(dat jij) gebruikte
(dat hij) gebruike(dat hij) gebruikte
(dat wij) gebruiken(dat wij) gebruikten
(dat jullie) gebruiken(dat jullie) gebruikten
(dat gij) gebruiket(dat gij) gebruiktet
(dat zij) gebruiken(dat zij) gebruikten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
gebruikgebruikt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
gebruikend, gebruikende(hebben) gebruikt

Voorbeelden van gebruik

Wilt u nu met mij het avondmaal gebruiken?

Vertalingen

Esperantomanĝi