Informatie over het woord smarten (Nederlands → Esperanto: malĝojigi)

Synoniemen: bedroeven, grieven, verdrieten

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈsmɑrtə(n)/
Afbrekingsmar·ten

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) smart(ik) smartte
(jij) smart(jij) smartte
(hij) smart(hij) smartte
(wij) smarten(wij) smartten
(jullie) smarten(jullie) smartten
(gij) smart(gij) smarttet
(zij) smarten(zij) smartten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) smarte(dat ik) smartte
(dat jij) smarte(dat jij) smartte
(dat hij) smarte(dat hij) smartte
(dat wij) smarten(dat wij) smartten
(dat jullie) smarten(dat jullie) smartten
(dat gij) smartet(dat gij) smarttet
(dat zij) smarten(dat zij) smartten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
smartsmart
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
smartend, smartende(hebben) gesmart

Voorbeelden van gebruik

Dan zou het u smarten te horen dat Boromir dood is.

Vertalingen

Duitsbetrüben; traurig machen; traurig stimmen
Engelscause pain; give pain
Esperantomalĝojigi
Saterfriesbedröiwje; truurich moakje
Spaansacongojar; afligir; entristecer
Tsjechischzarmoutit
Westerlauwers Friesfertriette
Zweedsbedröva