Informatie over het woord ruĝiĝi

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingruĝ·iĝ·i

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdruĝiĝas
Verleden tijdruĝiĝis
Toekomende tijdruĝiĝos
 
Voorwaardelijke wijs
ruĝiĝus

Actieve deelwoorden
Tegenwoordige tijdruĝiĝanta
Verleden tijdruĝiĝinta
Toekomende tijdruĝiĝonta

Voorbeelden van gebruik

Li mallerte sin klinis, iomete ruĝiĝante.
Sinjorino Hubbard ruĝiĝis.

Vertalingen

Afrikaansbloos
Duitserröten; rot werden; rot anlaufen
Engelsblush; turn red; become red; grow red; redden; go red
Faeröersrodna
Fransrougir
Nederduitsklören
Nederlandsblozen; kleuren; rood aanlopen; rood worden
Portugeescorar
Russischалеть; багроветь
Saterfriesrood wäide
Spaansponerse rojo