Informatie over het woord pijpen (Nederlands → Esperanto: ludi fluton)

Synoniem: fluitspelen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈpɛi̯pə(n)/
Afbrekingpij·pen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) pijp(ik) peep
(jij) pijpt(jij) peep
(hij) pijpt(hij) peep
(wij) pijpen(wij) pepen
(jullie) pijpen(jullie) pepen
(gij) pijpt(gij) peept
(zij) pijpen(zij) pepen
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) pijpe(dat ik) pepe
(dat jij) pijpe(dat jij) pepe
(dat hij) pijpe(dat hij) pepe
(dat wij) pijpen(dat wij) pepen
(dat jullie) pijpen(dat jullie) pepen
(dat gij) pijpet(dat gij) pepet
(dat zij) pijpen(dat zij) pepen
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
pijppijpt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
pijpend, pijpende(hebben) gepepen

Vertalingen

Esperantoludi fluton