Informatie over het woord bewoner (Nederlands → Esperanto: loĝanto)

Synoniem: inwoner

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/bəˈʋonər/
Afbrekingbe·wo·ner
Geslachtmanlijk
Meervoudbewoners

Voorbeelden van gebruik

Gelukkig, het ziet ernaar uit dat de bewoner thuis is.
Als men bij een bewoner van een planeet naar zijn afkomst informeerde, kreeg men misschien de naam van zijn wereld te horen, of—en dat kwam vaker voor—de naam van de streek waar hij woonde, alsof dat oord zo buitengewoon was, zo bijzonder en wijd en zijd befaamd, dat de roep ervan tot in alle uithoeken van elke planeet was doorgedrongen.

Vertalingen

Afrikaansbewoner; inwoner
Albaneesbanor
Catalaanshabitant; resident
Deensbeboer; indbygger
DuitsBewohner; Einwohner
Engelsinhabitant; resident; denizen
Esperantoloĝanto; enloĝanto
Faeröersíbúgvi
Franshabitant
Latijnincola
Nederduitsbewoaner; inwoaner; inwuner; inwunner; inwonner; bewonner; inwaner
Papiamentshabitante
Portugeeshabitante; morador
SaterfriesBewooner; Ienwooner
Spaanshabitador; habitante
Swahilimwenyeji
Thaisชาว
Tsjechischobyvatel
Westerlauwers Friesbewenner; ynwenner