Informatie over het woord deken (Nederlands → Esperanto: litkovrilo)

Synoniem: dek

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈdekə(n)/
Afbrekingde·ken
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervouddekens

Voorbeelden van gebruik

Heer Bommel was snel naar bed gegaan en had de dekens over de oren getrokken.
Ik hulde me in mijn mantel en een deken die ik had meegebracht.
We hadden eigenlijk een deken mee moeten nemen.

Vertalingen

Afrikaanskombers
Albaneesbatanija
Deenstæppe
DuitsBettdecke; Decke
Engelsblanket
Esperantolitkovrilo
Franscouverture
Italiaanscoperta
LuxemburgsDecken
Maleisselimut
Noorsullteppe; teppe
Papiamentsdekel; deklo
Portugeescoberta; cobertor; colcha
SaterfriesBääddääke; Dääke
Spaanscubrecama
Swahiliblanketi; blangeti
Tagalogkumot
Thaisผ้าห่ม; ผ้าห่มนอน
Turksbattaniye
Westerlauwers Friestekken
Zweedsdekan