Informatie over het woord neerbuigen (Nederlands → Esperanto: kurbigi malsupren)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈnerbœy̯ɣə(n)/
Afbrekingneer·bui·gen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) buig neer(ik) boog neer
(jij) buigt neer(jij) boog neer
(hij) buigt neer(hij) boog neer
(wij) buigen neer(wij) bogen neer
(jullie) buigen neer(jullie) bogen neer
(gij) buigt neer(gij) boogt neer
(zij) buigen neer(zij) bogen neer
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) neerbuige(dat ik) neerboge
(dat jij) neerbuige(dat jij) neerboge
(dat hij) neerbuige(dat hij) neerboge
(dat wij) neerbuigen(dat wij) neerbogen
(dat jullie) neerbuigen(dat jullie) neerbogen
(dat gij) neerbuiget(dat gij) neerboget
(dat zij) neerbuigen(dat zij) neerbogen
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
buig neerbuigt neer
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
neerbuigend, neerbuigende(hebben) neergebogen

Vertalingen

Esperantokurbigi malsupren