Informatie over het woord pafi

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingpaf·i

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdpafas
Verleden tijdpafis
Toekomende tijdpafos
 
Voorwaardelijke wijs
pafus
 
Gebiedende wijs
pafu

 Deelwoorden
 Actieve deelwoordenPassieve deelwoorden
Tegenwoordige tijdpafantapafata
Verleden tijdpafintapafita
Toekomende tijdpafontapafota

Vertalingen

Afrikaansskiet
Catalaanstirar
Deensskyde
Duitsfeuern; schießen
Engelsfire; shoot
Engels (Oudengels)sceotan
Faeröersskjóta
Franstirer
Jamaicaans Creoolsshuut
Maleismenembak
Nederlandspaffen; schieten; vuren
Poolsstrzelać
Portugeesatirar; disparar
Roemeensîmpușca
Saterfriesfjuurje; skjoote
Spaansdisparar; tirar
Sranansutu
Westerlauwers Friessjitte