Synoniemen: mededingen, meedingen, wedijveren
Woordsoort | werkwoord |
---|
Uitspraak | /kɔŋkyˈrerə(n)/, /kɔŋkɵˈrerə(n)/ |
---|
Afbreking | con·cur·re·ren |
---|
Vervoeging
Aantonende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(ik) concurreer | (ik) concurreerde |
(jij) concurreert | (jij) concurreerde |
(hij) concurreert | (hij) concurreerde |
(wij) concurreren | (wij) concurreerden |
(jullie) concurreren | (jullie) concurreerden |
(gij) concurreert | (gij) concurreerdet |
(zij) concurreren | (zij) concurreerden |
Aanvoegende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(dat ik) concurrere | (dat ik) concurreerde |
(dat jij) concurrere | (dat jij) concurreerde |
(dat hij) concurrere | (dat hij) concurreerde |
(dat wij) concurreren | (dat wij) concurreerden |
(dat jullie) concurreren | (dat jullie) concurreerden |
(dat gij) concurreret | (dat gij) concurreerdet |
(dat zij) concurreren | (dat zij) concurreerden |
Gebiedende wijs |
---|
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
---|
concurreer | concurreert |
Deelwoorden |
---|
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
---|
concurrerend, concurrerende | (hebben) geconcurreerd |