Informatie over het woord wateren (Nederlands → Esperanto: akvumi)

Synoniemen: begieten, besproeien, bevloeien, gieten, sproeien, water geven

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈʋatərə(n)/
Afbrekingwa·te·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) water(ik) waterde
(jij) watert(jij) waterde
(hij) watert(hij) waterde
(wij) wateren(wij) waterden
(jullie) wateren(jullie) waterden
(gij) watert(gij) waterdet
(zij) wateren(zij) waterden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) watere(dat ik) waterde
(dat jij) watere(dat jij) waterde
(dat hij) watere(dat hij) waterde
(dat wij) wateren(dat wij) waterden
(dat jullie) wateren(dat jullie) waterden
(dat gij) wateret(dat gij) waterdet
(dat zij) wateren(dat zij) waterden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
waterwatert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
waterend, waterende(hebben) gewaterd

Vertalingen

Catalaansregar
Duitsmit Wasser begießen; benetzen; wässern; bewässern; berieseln; beregnen
Engelswater
Esperantoakvumi; akvi
Fransabreuver; arroser; asperger d’eau; mouiller
IJslandsveita vatni á; vökva
Italiaansannaffiare; bagnare; innaffiare
Portugeesirrigar; molhar
Spaansabrevar; aguar; regar
Thaisรด; รดน้ำ
Tsjechischzavlažit; zavlažovat; zavodňovat
Westerlauwers Friesjitte