Informatie over het woord temperen (Nederlands → Esperanto: hardi)

Synoniemen: harden, stalen

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) temper(ik) temperde
(jij) tempert(jij) temperde
(hij) tempert(hij) temperde
(wij) temperen(wij) temperden
(jullie) temperen(jullie) temperden
(gij) tempert(gij) temperdet
(zij) temperen(zij) temperden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) tempere(dat ik) temperde
(dat jij) tempere(dat jij) temperde
(dat hij) tempere(dat hij) temperde
(dat wij) temperen(dat wij) temperden
(dat jullie) temperen(dat jullie) temperden
(dat gij) temperet(dat gij) temperdet
(dat zij) temperen(dat zij) temperden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
tempertempert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
temperend, temperende(hebben) getemperd

Vertalingen

Catalaansendurir; trempar
Duitshart machen; härten; abhärten; stählen; erhärten; abbinden; wappnen
Engelstemper; season
Esperantohardi
Faeröersherða
Fransdurcir; tremper
Portugeesendurecer; enrijar; temperar
Saterfrieshädje; häd moakje; stäilje
Spaansendurecer; templar