Informatie over het woord klungelen (Nederlands → Esperanto: fuŝlabori)

Synoniem: prutsen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈklɵŋələ(n)/
Afbrekingklun·ge·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) klungel(ik) klungelde
(jij) klungelt(jij) klungelde
(hij) klungelt(hij) klungelde
(wij) klungelen(wij) klungelden
(jullie) klungelen(jullie) klungelden
(gij) klungelt(gij) klungeldet
(zij) klungelen(zij) klungelden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) klungele(dat ik) klungelde
(dat jij) klungele(dat jij) klungelde
(dat hij) klungele(dat hij) klungelde
(dat wij) klungelen(dat wij) klungelden
(dat jullie) klungelen(dat jullie) klungelden
(dat gij) klungelet(dat gij) klungeldet
(dat zij) klungelen(dat zij) klungelden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
klungelklungelt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
klungelend, klungelende(hebben) geklungeld

Vertalingen

Esperantofuŝlabori