Informatie over het woord vastbakken (Nederlands → Esperanto: fritfiksiĝi)

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) bak vast(ik) bakte vast
(jij) bakt vast(jij) bakte vast
(hij) bakt vast(hij) bakte vast
(wij) bakken vast(wij) bakten vast
(jullie) bakken vast(jullie) bakten vast
(gij) bakt vast(gij) baktet vast
(zij) bakken vast(zij) bakten vast
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) vastbakke(dat ik) vastbakte
(dat jij) vastbakke(dat jij) vastbakte
(dat hij) vastbakke(dat hij) vastbakte
(dat wij) vastbakken(dat wij) vastbakten
(dat jullie) vastbakken(dat jullie) vastbakten
(dat gij) vastbakket(dat gij) vastbaktet
(dat zij) vastbakken(dat zij) vastbakten
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
vastbakkend, vastbakkende(hebben) vastgebakt

Vertalingen

Esperantofritfiksiĝi