Informatie over het woord gewinnen (Duits → Esperanto: akiri)

Synoniemen: erlangen, habhaft werden, sich erwerben, erwerben, anschaffen

Uitspraak/ɡəˈvɪnən/
Afbrekingge·win·nen
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) gewinne(ich) gewann
(du) gewinnst(du) gewannst
(er) gewinnt(er) gewann
(wir) gewinnen(wir) gewannen
(ihr) gewinnt(ihr) gewannt
(sie) gewinnen(sie) gewannen
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) gewinne(ich) gewänne, gewönne
(du) gewinnest(du) gewännest, gewönnest
(er) gewinne(er) gewänne, gewönne
(wir) gewinnen(wir) gewännen, gewönnen
(ihr) gewinnet(ihr) gewännet, gewönnet
(sie) gewinnen(sie) gewännen, gewönnen
Gebiedende wijs
(du) gewinne
(ihr) gewinnt
gewinnen Sie
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
gewinnend(haben) gewonnen

Vertalingen

Afrikaansverwerf; verkry
Catalaansadquirir; aconseguir; obtenir
Engelsgain
Esperantoakiri
Faeröersfáa; útvega
Finshankkia
Fransacquérir; gagner; obtenir
Italiaansacquisire; ottenere
Nederlandsverkrijgen; verwerven
Papiamentsatkirí; haña; haya; optené
Portugeesadquirir; arranjar; obter
Russischприобретать
Saterfriesärloangje
Spaansadquirir; alcanzar; consequir; obtener
Turksalmak
Zweedsförvärva