Informatie over het woord zeehond (Nederlands → Esperanto: foko)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈzeɦɔnt/
Afbrekingzee·hond
Geslachtmanlijk
Meervoudzeehonden

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
zeehondjezeehondjes

Voorbeelden van gebruik

Ten oosten van de Punt van Reide zijn bij eb regelmatig zeehonden te zien.
Zijn levenswijze leek waarschijnlijk veel op die van de huidige zeehonden.
In de Noordhollandse plaats Assendelft is zondagavond een zeehond langs de kant van de weg aangetroffen.
Jawel, en ik ben er meer zeehonden tegengekomen dan walvissen.

Vertalingen

Afrikaansrob
Albaneesfokë
Catalaansfoca
Deenssæl
DuitsSeehund; Robbe
Engelsseal
Engels (Oudengels)seolh
Esperantofoko; marhundo
Faeröerskópur
Fransphoque
Grieksφώκια
Hongaarsfóka
Italiaansfoca
Latijnphoca
Noorssel
Portugeesfoca
SaterfriesSeehuund
Schots-Gaelischròn
Spaansfoca
Tsjechischtuleň
Welsmorlo
Westerlauwers Friesrobbe; seehûn
Zweedssäl