Informatie over het woord voleindigen (Nederlands → Esperanto: fini)

Synoniemen: afmaken, afsluiten, beëindigen, besluiten, uitmaken, een eind maken aan, eindigen, klaar zijn met

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vɔˈlɛi̯ndəɣə(n)/
Afbrekingvol·ein·di·gen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) voleindig(ik) voleindigde
(jij) voleindigt(jij) voleindigde
(hij) voleindigt(hij) voleindigde
(wij) voleindigen(wij) voleindigden
(jullie) voleindigen(jullie) voleindigden
(gij) voleindigt(gij) voleindigdet
(zij) voleindigen(zij) voleindigden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) voleindige(dat ik) voleindigde
(dat jij) voleindige(dat jij) voleindigde
(dat hij) voleindige(dat hij) voleindigde
(dat wij) voleindigen(dat wij) voleindigden
(dat jullie) voleindigen(dat jullie) voleindigden
(dat gij) voleindiget(dat gij) voleindigdet
(dat zij) voleindigen(dat zij) voleindigden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
voleindigvoleindigt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
voleindigend, voleindigende(hebben) voleindigd

Voorbeelden van gebruik

U hebt uw diensttijd van twintig jaar voleindigd.

Vertalingen

Afrikaansbeëindig
Catalaansacabar; finir; terminar
Deensfuldende
Duitsbeschließen; enden; beenden; endigen; beendigen; erledigen; vollenden; abschließen; schließen; einstellen
Engelsend; finish
Esperantofini
Faeröersenda
Finslopetta
Franscesser; finir; terminer
Italiaansfinire; terminare
Papiamentsfinalisá; kaba; terminá
Poolskończyć
Portugeesacabar; encerrar; finalizar; terminar
Roemeenstermina
Saterfriesbe‐eendje; besluute; eendigje; eendje; oumoakje
Spaansacabar; terminar
Thaisจบ; เสร็จ
Turksbitirmek
Westerlauwers Friesbesljochtsje; dien meitsje; ôfmeitsje; klear wêze mei
Zweedsfullborda; ända