Informatie over het woord besluiten (Nederlands → Esperanto: fini)

Synoniemen: afmaken, afsluiten, beëindigen, uitmaken, voleindigen, een eind maken aan, eindigen, klaar zijn met

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bəˈslœy̯tə(n)/
Afbrekingbe·slui·ten

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) besluit(ik) besloot
(jij) besluit(jij) besloot
(hij) besluit(hij) besloot
(wij) besluiten(wij) besloten
(jullie) besluiten(jullie) besloten
(gij) besluit(gij) besloot
(zij) besluiten(zij) besloten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) besluite(dat ik) beslote
(dat jij) besluite(dat jij) beslote
(dat hij) besluite(dat hij) beslote
(dat wij) besluiten(dat wij) besloten
(dat jullie) besluiten(dat jullie) besloten
(dat gij) besluitet(dat gij) beslotet
(dat zij) besluiten(dat zij) besloten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
besluitbesluit
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
besluitend, besluitende(hebben) besloten

Voorbeelden van gebruik

We besluiten het jaar zoals u inmiddels van ons gewend bent met een reisspecial.
Heer Bommel besloot zijn toespraak met een vriendelijke groet en begaf zich opgewekt huiswaarts.
Het was een uitstekend diner, dat besloten werd met verse perziken in cognac en koffie.

Vertalingen

Afrikaansbeëindig
Catalaansacabar; finir; terminar
Deensfuldende
Duitsbeschließen; enden; beenden; endigen; beendigen; erledigen; vollenden; abschließen; schließen; einstellen
Engelsend; conclude
Esperantofini
Faeröersenda
Finslopetta
Franscesser; finir; terminer
Italiaansfinire; terminare
Papiamentsfinalisá; kaba; terminá
Poolskończyć
Portugeesacabar; encerrar; finalizar; terminar
Roemeenstermina
Saterfriesbe‐eendje; besluute; eendigje; eendje; oumoakje
Spaansacabar; terminar
Thaisจบ; เสร็จ
Turksbitirmek
Westerlauwers Friesbesljochtsje; dien meitsje; ôfmeitsje; klear wêze mei
Zweedsfullborda; ända