Informatie over het woord bezinken (Nederlands → Esperanto: fiksiĝi)

Synoniem: zich vasthechten

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bəˈzɪŋkə(n)/
Afbrekingbe·zin·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(hij) bezinkt(hij) bezonk
(zij) bezinken(zij) bezonken
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat hij) bezinke(dat hij) bezonke
(dat zij) bezinken(dat zij) bezonken
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
bezinkend, bezinkende(zijn) bezonken

Vertalingen

Duitshaften; sich festsetzen
Engelsstick; attach
Esperantofiksiĝi
Poolsutrwalić się