Informatie over het woord smile (Engels → Esperanto: rideti)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/smaɪ̯l/
Afbrekingsmile
Shaw‐alfabet𐑕𐑥𐑲𐑤

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) smile(I) smiled
(thou) smilest(thou) smiledst
(he) smiles, smileth(he) smiled
(we) smile(we) smiled
(you) smile(you) smiled
(they) smile(they) smiled
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) smile (I) smiled
(thou) smile(thou) smiled
(he) smile(he) smiled
(we) smile(we) smiled
(you) smile(you) smiled
(they) smile(they) smiled
Gebiedende wijs
smile
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
smilingsmiled

Voorbeelden van gebruik

She tried to smile but failed.
Carson was riding a little ahead of her, and he now reined in and smiled at her.
Egwene was glaring at him, and he had not even smiled.

Vertalingen

Afrikaansglimlag
Deenssmile
Duitslächeln
Esperantorideti
Faeröerssmíla
Franssourire
IJslandsbrosa
Italiaanssorridere
Nederlandsglimlachen
Noorssmile
Papiamentssonreí
Poolsuśmiechać się
Portugeessorrir
Saterfriessmielje
Spaanssonreír
Thaisยิ้ม
Westerlauwers Friesglimkje
Zweedsle