Informatie over het woord plooien (Nederlands → Esperanto: faldi)

Synoniemen: inklappen, omvouwen, vouwen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈploːjə(n)/
Afbrekingplooi·en

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) plooi(ik) plooide
(jij) plooit(jij) plooide
(hij) plooit(hij) plooide
(wij) plooien(wij) plooiden
(jullie) plooien(jullie) plooiden
(gij) plooit(gij) plooidet
(zij) plooien(zij) plooiden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) plooie(dat ik) plooide
(dat jij) plooie(dat jij) plooide
(dat hij) plooie(dat hij) plooide
(dat wij) plooien(dat wij) plooiden
(dat jullie) plooien(dat jullie) plooiden
(dat gij) plooiet(dat gij) plooidet
(dat zij) plooien(dat zij) plooiden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
plooiplooit
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
plooiend, plooiende(hebben) geplooid

Vertalingen

Catalaansdoblegar; plegar
Deensfolde
Duitsfalten; zusammenlegen
Engelsfold
Engels (Oudengels)fealdan
Esperantofaldi
Faeröersfalda; leggja saman
Finstaivuttaa
Fransplier
Italiaanspiegare
Latijnplicare
Maleislipat; melipat
Papiamentsdobla
Portugeesdobrar; fazer pregas; ferrar; vincar
Saterfriesfooldje; foolgje; knikke
Spaansdoblar; plegar
Srananfow
Tsjechischskládat; složit
Westerlauwers Friesfâldzje
Zweedsvecka