Informatie over het woord beukenootje (Nederlands → Esperanto: fagonukso)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈbøkənocə/
Afbrekingbeu·ke·noot·je
Geslachtonzijdig
Meervoudbeukenootjes

Voorbeelden van gebruik

Dan gaan we naar het bos om beukenootjes te zoeken.

Vertalingen

DuitsBuchecker
Engelsbeech‐nut
Esperantofagonukso; fagofrukto
Fransfaîne
Portugeesfruto da faia
Westerlauwers Friesbûkel; bûkelnút; bûkenút