Informatie over het woord meevallen (Nederlands → Esperanto: esti pli bona ol oni atendus)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈmevɑlə(n)/
Afbrekingmee·val·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) val mee(ik) viel mee
(jij) valt mee(jij) viel mee
(hij) valt mee(hij) viel mee
(wij) vallen mee(wij) vielen mee
(jullie) vallen mee(jullie) vielen mee
(gij) valt mee(gij) vielt mee
(zij) vallen mee(zij) vielen mee
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) meevalle(dat ik) meeviele
(dat jij) meevalle(dat jij) meeviele
(dat hij) meevalle(dat hij) meeviele
(dat wij) meevallen(dat wij) meevielen
(dat jullie) meevallen(dat jullie) meevielen
(dat gij) meevallet(dat gij) meevielet
(dat zij) meevallen(dat zij) meevielen
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
meevallend, meevallende(zijn) meegevallen

Voorbeelden van gebruik

Ach, dat valt wel mee, hoor.
In Duitsland en Oostenrijk viel het allemaal mee.
Uiteindelijk bleek de situatie echter mee te vallen.

Vertalingen

Engelsturn out better than was expected; end better than was expected; exceed expectations
Esperantoesti pli bona ol oni atendus
Westerlauwers Friestafalle